Het carillon van Den Helder
Carillon staat sinds 1935 fier op zijn plaats
Een bekend bouwsel in Den Helder is het carillon. Sinds 1935 pronkt het monument op het Helden der Zeeplein, het vroegere Westplein. Het rijksmonument is een gedenkteken aan één van Helders bekendste redders van schipbreukelingen; ‘opa’ Theodorus Rijkers. Zijn dood in 1928 was de aanleiding om een gedenkteken te realiseren aan hen die hun leven offerden om dat van de schipbreukelingen te redden.
Op 4 juni 1935 opende Koningin Wilhelmina het monument en onthulde het borstbeeld. Vandalistische Helderse rakkers hadden in de nacht voor de opening de neus van het borstbeeld, een afbeelding van Prins Hendrik (de echtgenoot van Koningin Wilhelmina), rood geverfd refererend aan zijn drinkgedrag en buitensporige levensstijl. Gelukkig voor de organisatie werd de rode neus op tijd ontdekt en heeft de Koningin er nooit iets van meegekregen.
Zoals ook op de historische foto te zien is, is de omgeving van het carillon flink aangetast. Het complete Oude Helder is afgebroken ten laste van de bezetter, maar gelukkig is het monument gespaard gebleven. Wel heeft de bezetter 30 klokken geroofd om tot iets anders te worden omgesmolten. Het schip, wat over het IJsselmeer voer, zonk door een storm. Na de oorlog is het schip terug gevonden en zijn de klokken teruggeplaatst op de plek waar ze horen. In 1950 werd het carillon weer bespeeld.
Ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van het Nederlandse Reddingwezen (hedendaags de KNRM) is het monument in 1999 gerestaureerd. In 2020 is men weer begonnen met het regelmatig laten bespelen van de klokken, de beiaard is Boudewijn Zwart.