In 1875 wordt in Nederland de vestingwet aangenomen. In deze wet wordt vastgelegd welke gebieden in Nederland verdedigbaar moeten zijn in geval van oorlog. De nadruk ligt op de kustverdediging, en bijvoorbeeld de verdediging van Amsterdam in de vorm van een Stelling rond de hoofdstad.
Binnen de Stelling Den Helder is besloten dat er een pantserkustfort gebouwd moest worden op zandplaat de Harssens. Het wordt niet het enige pantserkustfort, maar wel een uniek fort in vorm en uitvoering. Voor de bezetting van het Helderse fort werd zelfs een apart regiment opgericht. Fort Harssens is bovendien uniek vanwege de grootste kanonnen die ooit op een fort hebben gestaan. In twee koepels stonden elk 2 kanonnen, met een diameter van 30,5 cm. Gericht op de vaargeul Molengat konden ze projectielen 7 kilometer ver weg schieten. De koepels werden bewogen door hydrauliek en konden 360 graden draaien.
In 1885 is het fort opgeleverd en in 1920 alweer verlaten. De kanonnen en pantserkoepels van Duits fabricaat zijn tijdens de oorlog door de Duitse bezetter verwijderd. Na de oorlog wordt het fort als fundering voor het haven coördinatiecentrum van de nieuwe marinehaven gebruikt en werden de droge grachten dichtgestort. In 2010 is een begin gemaakt, tijdens de bouw van een nieuw haven coördinatiecentrum, om het fort te ontgraven en toegankelijk te maken. Vandaag de dag is dat grotendeels weer mogelijk en worden er rondleidingen voor groepen gegeven.